KALEIDOSKOPISCH KOMPAS VOOR ONDERWEG
Kanishks Knipselhoek
Emergente verschijnselen zijn het gevolg van
collectief gedrag, ongeacht of dit verricht wordt door elektronen (supergeleiding), moleculen (oplosmiddel), zenuwcellen (brein), spreeuwen (zwerm) of mensen (maatschappelijkheid). Emergentie is de uitkomst van complexe systemen. Systemen die niet eenvoudig gereduceerd kunnen worden tot de samenstellende componenten. Voor dergelijke systemen geldt: het geheel is meer dan de som der delen. Bekende voorbeelden zijn wervelingen, zwermen en het bewustzijn. In het Emergente Universum heeft materie (fermionen) zonder interactie (met bosonen) geen betekenis. Net zo min als muziek zin heeft zonder luisteraar of verhalen iets te zeggen hebben zonder toehoorder. Dat geldt niet alleen voor het gehoor maar voor alle zintuigen. En daar voorbij.
In de catacomben van El Instituto para la promoción de la dignidad humana a través de la intelectuel y moral, kortweg El Instituto, bevindt zich het archief van de archeonauten, de tijdreizigers. Het archief, ook wel het Kompas voor onderweg genoemd, bevat gedetailleerde beschrijvingen van plaatsen en gebeurtenissen in het verleden en minder nauwkeurige notities over de dingen die in het verschiet liggen. Het aantal toekomstzoekers is nu eenmaal een stuk lager dan de enorme hoeveelheid geschied-schrijvers. Chroniqueurs van het verleden worden bovendien een stuk betrouwbaarder geacht omdat hun bevindingen eenvou-diger te controleren zijn. Toch worden ook de kronieken van het verschiet er zorgvuldig gekoesterd, als bakens in de tijd die de loop der gebeurtenissen langs de juiste banen kunnen leiden.
Altijd al zijn er lieden geweest die aan de hand van zelfbenoemde tekens of onbenoemde inzichten dergelijke bakens hebben geïnstalleerd en vrijwel niemand blijft ongevoelig voor hun boodschap. De openbaringen van religieuze Heilsprofeten overtuigen nog steeds honderden miljoenen gelovigen. Anderen zijn in de ban van de paragnosie en stellen een groot vertrouwen in de pronostiek van Nostradamus, Baba Vanga en Mother Shipton. De meeste namen zijn vergeten maar sommige blijven in de herinnering. Zoals van de Trojaanse Cassandra en van de clairaudiënte Jeanne d’Arc. Alleen adepten zijn bekend met de ver-meende gaven van de Ziener van Brahan, Madame Lenormand, Mühlhiasl, Cheiro, J.W. Dunne, Malachias of Stefan Ossowiecki, om er een paar te noemen.
Een speciale plaats wordt ingenomen door Hasan Pacha: van zijn bestaan is slechts een handjevol ingewijden op de hoogte.
Werkzaam op het Indian Institute of Technology in Delhi heeft Hasan Pacha aan het eind van de vorige eeuw enkele fenomenale doorbraken bewerkstelligd die nauwlettend geheim werden gehouden. Door zijn spraakgebrek vrijgesteld van onderwijstaken, heeft de briljante onderzoeker al zijn aandacht kunnen wijden aan ongekende nanofarmacologische innovaties die potenties verlenen om buiten de eigen tijd te treden. Uitdrukkelijk tegen de wens van zijn werkgever heeft de eigenzinnige Pacha zichzelf gebruikt als proefkonijn en is daarbij verslingerd geraakt aan historische uitstapjes. Hij is, zogezegd, een TTA (Time Traveling Addict) en in deze hoedanigheid heeft hij interessante verslagen geleverd.
Sindsdien is het Kompas voor onderweg aanzienlijk uitgebreid. Onduidelijkheden zijn opgehelderd, hiaten van een invulling voorzien, ongeloofwaardigheden alsnog bevestigd of definitief uit de wereld geholpen en compleet nieuwe perspectieven toegevoegd. Dreigend ruimtegebrek is aanleiding geweest voor het Oudheidkundig Genootschap om een subsidieaanvraag in te dienen. Die zeker zal worden afgewezen omdat de aanleiding niet ontvankelijk zal worden verklaard, omdat deze als volslagen ongeloofwaardig in de prullenbak zal verdwijnen.
De bemoeienis van Hasan Pacha met historische momenten heeft, dankzij zijn uiterst zorgvuldig optreden, geen invloed van betekenis op de loop der gebeurtenissen gehad. Niettemin heeft hij het steeds vertikt om zich uitsluitend als bescheiden toe-schouwer op te stellen. Geregeld treedt hij daadwerkelijk in contact met bestaande mensen van wie we zonder zijn inmenging wellicht nooit hadden gehoord. Zo bestaat het vermoeden dat eerder genoemde verkondigers van een toekomstig gebeuren door hem van informatie zijn voorzien. Er is geen enkel bewijs voor dergelijke speculaties maar enkele archiefstukken sugge-reren zijn onbedwingbare zucht om de dingen naar zijn hand te zetten.
Enkele geschriften die afkomstig zijn uit het San Francisco klooster in Lima gewagen van een dolende frater – onmiskenbaar Hasan Pacha – met een atheïstische boodschap.
Uit de erven Flint is een dagboek afkomstig waarin de oprichter van IBM een beschrijving geeft van zijn inspiratiebron: een speeldoos die hij van een vriendin cadeau gekregen had. Die het op haar beurt zou hebben gekregen van een spookverschijning met een spraakgebrek. De bijgevoegde tekening laat evenwel zien dat het ging om een muziekautomaat die toen nog niet op de markt was.
Tenslotte is er een middeleeuws reisverslag van de handelskoerier Salah Marouni. Op één van zijn missies in de Bourgondische Nederlanden had hij een assistent die hem hondertuit an sein kop hat geseurt over een ‘witte engel’. Deze was herhaaldelijk aan hem verschenen, had hem in een brabbeltaaltje de wonderlijkste dingen verteld en ideeën ingefluisterd waarvan de artistieke jongeman in zijn schetsboek een tekening had gemaakt. Onder andere van een karretje waarop men zich zonder rijdier kon voortbewegen.
Helaas ligt het schetsboek niet in het archief. Gevreesd wordt dat het is verloren gegaan.
Het merkwaardigste deel van het archief omvat de elektronische opslag. Verschillende bestanden verwijzen naar de nabije toekomst maar er zijn er ook die inzage geven in een ver verschiet. Er liggen zelfs geheugendragers waarvoor nog geen bekende de afleesapparatuur beschikbaar is.
Eén van de opmerkelijkste stukken draagt de oudhollandse naam De Kluyt ende Buytelingen maar speelt in een tijd dat de mensheid – als gevolg van een verregaande culturele, misschien zelfs biologische, en wereldwijde evolutie – bestaat uit een hecht netwerk van volledig onderling afhankelijke individuen (die eenvoudig niet meer zonder contact met anderen kunnen bestaan) en vrije lieden die zich door zelforganisatie hebben weten te handhaven. De vermoedelijke auteur – Hasan Pacha – presenteert het geheel als een reisverslag, met een huiveringwekkende clou.
Over de nabije toekomst wordt natuurlijk al op talloze plaatsen in de wereld kond gedaan. De stukken in het archeonautisch archief onderscheiden zich door hun beslistheid. Ze ontberen elke vorm van twijfel, alsof ze een actualiteit beschrijven, door de ogen van een zelfverzekerde getuige. Hasan Pacha?
Er ligt ook een soort filosofisch pamflet waarin gesteld wordt dat de loop van historische gebeurtenissen over het algemeen bepaald wordt door individuele acties. Een chaos-theoretische visie op onze geschiedenis. Pacha wijst hierin op de aanzienlijke maatschappelijke gevolgen van gepleegde en verijdelde aanslagen door enkelingen. Zo zou de Roemrijke Overtocht van koning-stadhouder Willem van Oranje nooit hebben plaatsgevonden als een aanslag op zijn leven niet was voorkomen door de tussen-komst van Nicholas Facio. En het einde van de Apartheid in Zuid Afrika werd ingeluid met de moord op premier Hendrik Verwoerd door de eenvoudige ambtenaar Demitri Tsafendas. Ook overheidsbeslissingen zijn vaak het resultaat van de adviezen en besluiten van slechts enkele raadslieden of ambtenaren; wat dat betreft zou er weinig verschil zijn tussen een dictatuur en een democratie. Als voorbeeld noemt hij een paar Hollandse consulaire missies. De succesvolle kolonisatie van Zuid Afrika, de ruil van New York tegen Suriname en de gemiste kansen in Saoedi Arabië. En wat te denken van Mathias Rust, de Duitse ama-teurpiloot die zijn vliegtuigje op het Rode Plein in Moscou aan de grond zette. Zijn roekeloze eenmansactie heeft zonder twijfel bijgedragen aan het beëindigen van de koude oorlog eind jaren 80 van de vorige eeuw.
Natuurlijk is er in die pamfletten ook aandacht voor creatieve geesten die dingen hebben gemaakt met vergaande maatschap-pelijke gevolgen. Het gaat hem vooral om minder bekende namen bij het grote publiek want de beroemde uitvinders en ont-dekkers, zoals Alexander Fleming (penicilline) en Wilhelm Röntgen kent iedereen wel. Hij noemt George de Mestra die de wereld klittenband schonk en Joseph Gayetty, de bedenker van toiletpapier. Ook theoretici passeren de revue. Zonder Karl Schwarz-schild geen zwarte gaten en zonder de tabellen van klokkenmaker Jost Bürgi, bedenker van de logaritmische rekenwijze, wel-licht geen wetten van Keppler.
Het mag vreemd klinken om over gebeurtenissen die in de toekomst hebben plaatsgevonden in de verleden tijd te spreken, maar uiteindelijk besloot Hasan Pacha zich te vestigen in een ver verleden op een eilandje voor de Peruaanse kust. Bij de lokale bevolking zou hij bekend worden als het orakel van Pachacamac.
Uurwerk met secondennauwkeurigheid van Jost Bürgi, 1584
De eerste keer dat ik Erik Hazepad ontmoette, was aan het eind van de vorige eeuw op het terras van De Haagsche Kluis, op het Plein (waar ik ooit – in een heel andere tijd – de familie Huygens bespiedde). Eigenlijk was het geen echt ‘ontmoeten’ want Erik had er geen idee van dat ik hem heimelijk gadesloeg. Net als die keren in café Barrera aan het Rapenburg of in het Larco Museum in Lima (waar hij verliefd werd op Rinda, de venus van Valdivia) was er sprake van een communicatief éénrichtingsverkeer. Ik had zijn filosofische publicaties (over de emergente ruimtetijd) verslonden en langdurige onthouding maakte mij onrustig. Soms waagde ik mij onopvallend onder zijn gehoor als hij ergens een lezing hield. Zelfs aan het snuffelen in zijn persoonlijke aantekeningen kon ik geen weerstand bieden.
Dat laatste relativeerde mijn blinde adoratie voor Hazepad tot meer normale proporties. De grote denker van mijn dromen bleek een vernuftig autist met grote veerkracht en gebrekkige realiteitszin. Bovendien maakte hij soms vreemde capriolen.
Het stelde mij een beetje teleur dat hij eigenlijk een vreemde snuiter was maar daarin bleek ook juist zijn kracht te schuilen. In al zijn onbeduidendheid was hij – net als iedereen – het reusachtige centrum van zijn eigen wereld. Een essentieel aspect van zijn persoonlijkheid had ik echter over het hoofd gezien.
Soms raakte ik hem kwijt. Dan was het alsof hij van het toneel verdween om plaats te maken voor een heel ander persoon. Alsof een gefantaseerde of getraumatiseerde geest bezit van hem had genomen. Dan bleek hij niet degene te zijn voor wie ik hem gehouden had. Dan was hij ineens iemand anders geworden.
Er was eens een jongeling (jongen of meisje) die genoot van de gedachte om het middelpunt van de wereld te zijn. Geen volwassene die zich dat verlangen niet herinnert. Er stiekem van overtuigd zijn dat alles om jou draait. Uitverkoren door je moeder omdat je vader dat ook is. Allemaal druppels in de oceaan en maar eentje die de beker laat overlopen. Eén druppel die het onweer doet losbarsten, die rivier buiten de oevers doet treden. Eén druppel die de verdwaalde in de woestijn van uitdroging redt. Eén druppel waarin ooit het leven ontstond.
Het jongmens verlangde zo’n druppel te zijn maar wist onderwijl dat de kans daarop heel klein was. In een wereld waarin elk kind dweept met gedroomde ambities dringt slechts een enkeling door tot het walhalla van de roem. En ook onder hen is er maar één Achilles.
Maar ook Achilles zou verdwenen zijn in de nevelen der vergetelheid als niet miljarden naamlozen zich zijn naam nog herinnerden. Roem is het emergente resultaat van de menselijke samenleving. Niet de grootste gemene deler van de anonimiteit maar de exclusieve held, het heerszuchtig genie, de onwaarschijnlijke einzelgänger, ja, zelfs de megalomane moordenaar komt bovendrijven op een oceaan van druppels, als de dobber die door vrijwel de gehele mensheid drijvende wordt gehouden.
Niettemin weet elke stervende in die laatste ogenblikken hoe waardevol het leven eigenlijk is, zelfs als vrijwel niemand van je bestaan af weet. Alles wat je (geweest) bent is een stukje fundament van het bouwwerk dat we de toekomst noemen. Excuus voor het cliché maar eenieder draagt zijn steentje bij. Miljarden druppels maken de zee.
Als ik Hazepad een prototype van mijn eerste nanogel overhandig, denkt hij dat hij hallucineert. En dat het een knikker is. Die hij opbergt in zijn bureaula. En pas jaren later weer tevoorschijn haalt.
Hij is inmiddels ruim voorzien. De mogelijkheden van het magische bolletje zijn hem nog onduidelijk maar een combinatie van doodsdrift en nieuwsgierigheid duwt hem over de rand. Het gebruik verschaft hem een dubieus genoegen. Wat is of was of ooit zal zijn, het maakt hem niet uit. De wereld is een toverbal en schoonheid bestaat niet.
Hij lijkt te verdwalen in zijn verlangens en angsten, zijn gepeins over het Al levert niets op. Al zijn er soms ook momenten van helderheid, getuige zijn bijdragen aan het Kaleidoskopisch Kompas. Of de verhalen nou waar zijn of niet, zonder hen verliest alles zijn betekenis. Zelfs zijn kwelgeest zou er niet meer toe doen.
Aan de muur van een vertrek in het Archeologisch Instituut hangt half verscholen achter een archiefkast de aankondiging van een voorstelling van De Fountainhead, over het conflict tussen persoonlijke idealen en maatschap-pelijke consensus. De wat kreukelige poster toont een jongeling met ruggelings gevouwen handen, in de houding van een kwetsbaar mikpunt en tegelijkertijd met de uitstraling van een rots in de branding.
Moet iemand zijn eigen weg gaan of toegeven aan de wens van een ander? Als je de vraag stelt, zullen de meesten het dilemma onderkennen. Toch raken alleen mensen met een persoonlijkheidsstoornis hiervan in een staat van besluitenloosheid. De massa heeft nauwelijks moeite om tot een verstandhouding te komen, sociale wezens als we zijn. Slechts een enkeling houdt halsstarrig vast aan het eigen gelijk. Een zonderling? Een genie?
Het meeste inzicht in de werking van ons brein is tot nog toe verkregen door het vergelijken van de hersens van mensen met ‘normaal’ gedrag met die van mensen met afwijkend gedrag. De laatste groep wordt vaak gezien als een sociaal probleem, als individu hebben ze vaak niet eens in de gaten hoe anders ze zijn. Gezamenlijk (om stigmatisering te voorkomen?) worden zij gerekend tot de mensen met schizoïde en autistische spectrumstoornissen.
Dat ‘anders zijn’ heeft een genetische component die onder andere de mate van ontvankelijkheid voor externe prikkels bepaalt. Tijdens de vroege ontwikkeling – al in de baarmoeder en tot enkele jaren na de geboorte – zijn het invloeden van buitenaf die de ontwikkeling van de hersens beïnvloeden. Dat geldt voor iedereen. Maar de externe prikkels zijn niet bij iedereen hetzelfde. Net zo min als het genoom.
De structuur van de hersenen blijft in grote lijnen onveranderd: een verzameling kerngebieden met een eigen functie die in combinatie met andere kerngebieden weer nieuwe functies genereren. De neurale verbindingen tussen de kerngebieden speelt daarbij een cruciale rol. Zij komen tot stand door neurotransmitters maar ook andere stoffen, bv. vitaminen, hebben invloed op neurale signaaloverdracht.
Bij mensen met een gedragsstoornis is onder meer een disbalans van de stimulerende en remmende neurotransmitters geconstateerd alsmede een afwijkende vitamine B concentratie in de hersenen van jonge autisten. De precieze oorzaak is vooralsnog onbekend.
Schizoïde en autistische spectrumstoornissen kunnen in een sociale context bijzonder lastig en zelfs schadelijk zijn voor anderen. Toch verdient het aanbeveling om terughoudend te zijn in de behandeling van iedereen die anders is. Soms is afwijkend gedrag een bron van onvoorziene innovaties. Soms is men blind voor de potenties van een aso of een oplichter.
Mijn cultuur-minnende collegae verbazen zich over mijn gebrek aan begrip voor de 7 miljard mensen die geloven in een hiernamaals en het bestaan van een soort opperwezen. Op geen enkele manier ben ik in staat mij te verplaatsen in een geestelijke toestand waarmee die overtuiging gepaard gaat. Het is alsof de meeste mensen kleuren zien die voor mij verborgen blijven. Alsof ze een absoluut gehoor hebben dat ik moet ontberen. Alsof ze vrolijk worden om een voor mij onbegrijpelijke grap.
Soms hebben mensen last van depressiviteit. In ernstige gevallen door een disbalans van neurotransmitters die regelmatig terugkeert. De gruwel van het herhaalde leedwezen leidt geregeld tot zelfdoding, een daad die men nooit ziet aankomen. Niet in de laatste plaats omdat het nauwelijks is voor te stellen hoe depressiviteit werkelijk voelt. Alsof je verderf ruikt dat te afschuwelijk is om te beschrijven. Alsof je de enige bent die het schreeuwen hoort, het gekrijs, de jammerklacht om het bestaan zelf.
Ik heb daar geen last van. Ik zit vol blinde vlekken. Ik voel geen pijn, geen verdriet, maar ook geen irrationele vreugde. Ik ben wat ze noemen een gevoelloos mens. Ik ben een rationele atheïst. Mijn morele verantwoordelijkheid zal ook wel minimaal zijn.
Joachim Bolt had niet mijn speciale aandacht. Als schaduw van Hazepad werd ik vanzelf ook met hem opgezadeld. Ik vond hem niet sympathiek. Hij was een hooghartige en zelfingenomen schurk met het charisma en uiterlijk van Erik. Door pure bluf kreeg hij van alles gedaan, had zich zelfs ongestraft als arts kunnen uitgeven terwijl hij nooit medicijnen gestudeerd had. Het heeft even geduurd voordat ik doorhad dat hij was ontsproten aan het brein van Erik zelf.
Een onbestemd verlangen?
Vanwege zijn eigenaardigheden trok hij gaandeweg toch mijn belangstelling. Hoe kwam het dat Erik zich vereenzelvigde met die fraudeur? Waarschijnlijk was er iets gebeurd in zijn jonge jaren, een verborgen herinnering in zijn onderbewustzijn, een soort blinde vlek. Af en toe brak er iets door, als een duveltje uit een doosje, om na verloop van tijd weer in het niets te verdwijnen.
Een frustrerende belevenis, om jezelf te betrappen op eigenschappen die je veracht in een ander. Toch moet Erik dat geregeld hebben ondervonden. Wellicht heeft het hem gelouterd. Het heeft hem er in elk geval nooit van weerhouden om controversiële metafysische scripties te verzamelen. Misschien heeft het er zelfs toe bijgedragen. Als een soort dwangneurose.
ΔSEU of HOE VERANDERT DE ENTROPIE IN HET EMERGENTE UNIVERSUM?
Het kwantumuniversum zit bordenvol energie die in allerlei verschijningsvormen in elkaar kunnen overgaan. Bij elke energietransitie lekt een deel van de energie weg de ruimte in. Door het uitdijen van die ruimte wordt de totale (constante) hoeveelheid energie over een steeds groter heelal verspreid. De onzekerheidsrelatie van Heisenberg leidt tijdens de immense toename van ruimte tot een heterogene energieverdeling. Volgens sommigen komt dat door gravitatie, anderen menen dat het een gevolg is van de concentratie van gluonen in zwarte gaten (hun aantrekkende kracht is immers onafhankelijk van de afstand). Het kwantumuniversum is zodoende gevuld met energierijke galactische stelsels met daartussen een uitdijende energiearme ruimte. Onze Melkweg is één van die galactische stelsels. Het weglekken van de energie uit de Melkweg naar de omliggende ruimte veroorzaakt op zeer lange termijn een energienivellering tussen het stelsel en haar omgeving. Entropie is een maat voor die nivellering. Hoe dichter de totale nivellering is genaderd, hoe groter de entropie. Deze is maximaal als alle energie over de gehele ruimte is verspreid. Minimaal is de entropie overigens onder extreem onwaarschijnlijke condities, zoals bij het absolute nulpunt en aan het begin van de oerknal. De entropie, of algoritmische informatie inhoud, neemt dus voortdurend toe. De informatie heeft betrekking op waarschijnlijke en onwaarschijnlijke gebeurtenissen waarbij de informatie over onwaarschijnlijkheden kan worden opgevat als overbodig. Waarschijnlijkheden worden gepromoveerd tot emergente verschijnselen op een hoger niveau.*
Het emergente universum – binnen onze Melkweg – heeft een gelaagde structuur. Door informatie-entropie ontstaan emergente eigenschappen uit onderliggende lagen waarbij informatie op dat lagere niveau gewist wordt. De totale hoeveelheid informatie blijft daardoor constant (wet van behoud van informatie). Door de voortdurende invang van energie ontstaan er laag na laag heterogene verdichtingen met hun eigen (emergente) eigenschappen. De informatie-entropie in het emergente universum verandert niet. De entropieproductie zoals die in het kwantumuniversum plaatsvindt wordt in het emergente universum gebruikt om complexiteit te vormen. De (thermodynamische) route naar totale vervlakking/homogenisering/nivellering (of hoe je het ook noemen wil) in het kwantum-universum loopt in het emergente universum juist naar een toename van samenklontering/heterogenisering/complexiteit.*
De wereld waarin wij leven boezemt van oudsher angst en ontzag in. Er heerst een onberekenbare huiver in de alledaagse omgang met vrienden en vreemden (wie kan ik vertrouwen, wie moet ik doodslaan?) die nog wordt geëvenaard in de abstracte kwantumwereld van quarks en quasars.
Waarom wil je daar meer over weten, Homo sapiens?
Die aangeboren nieuwsgierigheid is wellicht je sterkste drijfveer, naast al je overige neuronale capaciteiten zoals fantasie, abstractievermogen, logica, kortom intelligentie. Maar zonder rechtopgaande gang om je handen vrij te hebben, zonder die onweerstaanbare aantrekkingskracht tussen soortgenoten die wel sociale hechting wordt genoemd, zonder taalvermogen om zorgvuldig te communiceren en zonder samenwerking om synergie tot stand te brengen, zou je het nog niet zover geschopt hebben en misschien zelfs ten onder zijn gegaan met al die anderen die zijn uitgestorven.
Om te overleven in een vijandige omgeving zochten je verre voorouders, de eerste hominidae, al naarstig naar verklaringen voor elke dreiging die mogelijk gevaar opleverde. Dat mondde spoedig uit in rituelen om veronderstelde demonen achter zich te krijgen, hopende daarmee het onheil in de kiem te smoren. Vaak werden aan de niet-levende natuur kenmerken toegekend die we nu antropocentrisch zouden noemen. Wat was de oorzaak van het stromen van de rivier? Was het water ongedurig en op zoek naar een moeras of was het op de vlucht voor een dorstig monster stroomopwaarts? Veel vragen bleven onbeantwoord en op andere kwam het antwoord vaak te laat. Hoe kon je zien wat eetbaar was en waarom ging je dood? En hoe wist je wie je mocht vermoorden en wie absoluut niet? Er was altijd wel iemand die vertelde wat goed was en wat niet en daaraan probeerde je te houden. Wat lang niet altijd lukte.
Zelfs een alwetende en alles overheersende God schoot vaak tekort.
Dat was voor sommigen aanleiding om het heft in eigen hand te nemen. Systematisch uitproberen hoe je de wereld naar je eigen hand kunt zetten. En beredeneren wat er schuil gaat achter de geheimen der natuur. Wetmatigheden detecteren. Waarschijnlijkheden calculeren. Maar ook je medemens manipuleren en de wereld onderwerpen aan willekeur en wellust, want kennis is macht. De mens is de mens een wolf. Maar tezelfdertijd engel, en tovenaar, God zelf.
Helaas wordt dat door de meeste mensen nog steeds als blasfemie beschouwd en vindt men die zonderlinge wetenschappers ook maar arrogante betweters. Wetenschap is ook maar een mening en waarom zouden zij gelijk hebben? Toch? De waarheid is wat de meerderheid beslist en wie het hardst schreeuwt heeft gelijk. Maar ook hier geldt het cliché van Achilles en de schildpad: al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel. De sociale media hebben de luidste stem maar de wetenschap heeft de langste adem.
Op je zoektocht naar de waarheid gaat het niet zozeer om wat je wil dat waar is, of wat je gelooft dat waar is, maar wat logischer wijs volgt uit abstracte deductie ook al is dat soms contra-intuïtief. De kans om met een dobbelsteen vijf maal achterelkaar een 6 te gooien is even groot als de kans om achtereenvolgens 1, 5, 6, 3 en weer 3 te gooien, namelijk 1:65. Dat snelheid een maximale waarde heeft die nooit kan worden overschreden, zelfs niet als je in tegengestelde richting gaat, is nog wel aanvaardbaar want de lichtsnelheid is onaards hoog. Maar dat subatomaire deeltjes zich tegelijkertijd op dezelfde plek lijken te bevinden (superpositie) of dat een deeltje simultaan identiek gedrag vertoont met een ander deeltje, ongeacht de afstand (verstrengeling) is onheilspellend vreemd. Maar binnenkort werken we met computers die gebruikmaken van qubits die tegelijkertijd 0 en 1 kunnen zijn. Welkom in de wereld van de kwantuminformatica.
Maar voor het zover is ben je nog op zoek naar meer inzicht in het alledaagse en neem je genoegen met de oorzaak-gevolg relaties van de klassieke mechanica. Al weet je dat er nog veel vragen onbeantwoord blijven.
Om duidelijk te maken hoe complex de wereld in elkaar zit had Aristoteles bedacht dat je het bestaan van alle dingen op meerdere manieren kunt verklaren. Als voorbeeld gaf hij een opsomming van oorzaken voor het bestaan van het standbeeld van de koning van Athene. Allereerst was er het marmer waaruit het beeld kon worden opgetrokken (probeer dat eens met zand of water) en noemde dit materiële oorzaak (causa materialis). Omdat er ooit opdracht was gegeven voor het maken van het standbeeld, ter meerdere glorie van en/of nagedachtenis aan de grote koning, was er sprake van een doelgerichte oorzaak, de zogenaamde functionele oorzaak (causa functionalis). En dan was er natuurlijk de beeldhouwer, de handwerkman (handwerkvrouwen hakten geen steen) die het marmer de juiste vorm gaf. Dit, wat wij gewoonlijk de echte oorzaak noemen, was volgens Aristoteles de causa efficiens. En tenslotte moest er een plan geweest zijn, een schets die de beeldhouwer gebruikte om te weten hoe zijn schepping er uit moest zien. De causa formalis. En achter dit alles bewoog de Grote Beweger. Zelfs Aristoteles had geen betere naam kunnen bedenken.
De viervoudige causaliteit van Aristoteles was in harmonie met het kwadraat van Pythagoras en voelde even vertrouwd en vanzelfsprekend als de vier lichaamssappen van Hippocrates (bloed, slijm, gele- en zwarte gal) en de vier elementen van Empedocles (vuur, water, lucht en aarde). Vanaf de renaissance raakten geleerden steeds meer geïnteresseerd in een unificerende theorie en gingen op zoek naar de Grote Beweger zelf.
Eeuwenlang had je de wereld als het middelpunt beschouwd tot je ontdekte dat het meer van een buitenplaats had. Gelukkig maar want in het centrum van de Melkweg leek het allesbehalve aangenaam toeven en hier aan de rand kon je op je gemak uitzoeken waar het allemaal om draaide.
Je bent er inmiddels achter dat je niet unieker bent dan alle andere levende wezens, al heb je een streepje voor als het gaat om verstand. Daarmee kun je de natuur al aardig naar je hand zetten, virale infecties bestrijden, satellieten beheersen, je eigen brein namaken, nou ja, je bent behoorlijk ontwikkeld voor een primaat.
Tijdens de industriële revolutie opperde de grondlegger van de thermodynamica, Rudolf Clausius, dat de voortbeweging van een stoomlocomotief wordt veroorzaakt door de beweging van elementaire deeltjes (gelaagde werkelijkheid). De transformatie van het gekrioel op microniveau naar onze dagelijkse werkelijkheid noemde hij entropie. Ludwig Boltzmann berekende dat, zonder uitwisseling van energie met de omgeving, de kans op afnemende entropie uiterst klein is. Het spontaan ontstaan van specifieke configuraties op microniveau achtte hij buitengewoon onwaarschijnlijk. Minder exact ingestelde zielen zagen hierin een natuurlijke neiging naar wanorde.
In onze tijd beschouwt men een microniveau vol beweging van moleculen en elektronen als iets vanzelfsprekends en wordt de oorzaak van het bestaan der dingen gelegd in de voortdurend uitdijende beweging van het heelal. Daarbij zou de immense hoeveelheid primordiale energie van de oerknal over een steeds grotere ruimte worden verspreid. Thans, een kleine 14 miljard jaar na de Big Bang, is de ruimte zo uitgestrekt dat we verschillende vormen van energie kunnen onderscheiden waarvan sinds het eerste begin niets verloren gaat. Zelfs de gevormde materie was ooit energie (en kan dat opnieuw worden). Het enige wat door die uitdijende beweging wordt gemaakt is entropie.
Sommige aardse zaken zijn op betrekkelijk eenvoudige wijze met het oorzaak/gevolg principe te verklaren, zoals het werpen van een steen, klotsende biljartballen of het maken van een foto. In andere gevallen is een complexer verklaringsprincipe noodzakelijk, zoals bij het opsteken van een storm, draaikolken in de rivier en beursschommelingen. In dergelijke gevallen lijken er geheimzinnige ongrijpbare factoren een rol te spelen en heb je de neiging ze een eigen demonische kracht toe te kennen. Maar na verloop van tijd kom je tot het inzicht dat zulke gebeurtenissen en systemen hun bestaan ontlenen aan onderliggende bewegingen, die zelf reduceerbaar zouden zijn tot het oorzaak-gevolg principe, ware het niet dat door hun talrijkheid en/of interacties en terugkoppelingen er geheel nieuwe, emergente verschijnselen ontstaan die nooit uit de oorzaak-gevolg relaties aan het licht zouden komen.
Dat het instandhouden van dergelijke systemen energie kost leidt geen twijfel terwijl het samenvoegen van structuren wijst op een verlaging van de entropie. Fysici zullen beargumenteren dat het opwekken van de benodigde energie elders zorgt voor een entropietoename die niet alleen compenseert maar beduidend hoger is. Klopt dat eigenlijk wel?
In het emergente universum wordt entropie opgevat als een vorm van informatie en volgens de wet van behoud van informatie neemt die dus niet toe.*
Entropie is een lastig begrip omdat het op verschillende manieren gedefinieerd kan worden. Het is de hoogst mogelijke waarschijnlijkheid waarin alle microtoestanden zich uiteindelijk zullen bevinden, namelijk gerangschikt volgens een willekeurige (random) verdeling. Geschat wordt dat het universum dan 500 miljard jaar oud is dus wij zitten nog onder de 3% van de maximale levensduur van ons heelal. Naar menselijke maatstaven is de ruimte niet ouder dan een baby van 3 maanden. Maar het produceert wel voortdurend entropie.
Dat er niettemin ordelijke clusters (sterren, eiwitten, organismen) ontstonden komt door lokale energietransities waarbij zoveel warmte verloren ging dat de netto entropie toch toenam. Alle energie op aarde is afkomstig van de zon en de processen die daarmee onze natuur (leven) en cultuur (industrie) geordend hebben, kostten entropie. De totale hoeveelheid door de zon geproduceerde entropie als gevolg van de kernfusieprocessen is echter beduidend groter zodat er netto toch een toename van entropie is.
Bij complexe systemen is er een voortdurende energie-input vanuit onderliggende systemen waardoor er emergente verschijnselen ontstaan. Soms kan een kwantummechanische onbepaaldheid (volgens Heisenbergs onzekerheidsprincipe) in een onderliggende laag tot enorme proporties uitgroeien in volgende lagen. Onderlinge relaties zijn niet meer op eenvoudige lineaire wijze weer te geven. Zelfs de tijd wordt hier voorgesteld als een sprongsgewijze emergentie. Met het aantal lagen neemt de complexiteit toe. Maar ook met de verschillende informatiestromen en terugkoppelingen.
In een complex adaptief systeem is er zowel sprake van interne informatie-uitwisseling als interactie tussen het stelsel en de omgeving. Daarbij worden elkaar beconcurrerende patronen gehanteerd die via terugkoppeling resulteren in de beste combinatie om te existeren. Wanneer een complex systeem adaptief wordt, zou antwoord kunnen geven op de vraag hoe leven is ontstaan.
Maar dat terzijde. Hoe zit het precies met de entropieverandering en de richting van de tijd? De populaire trend om entropie op te vatten als een maat voor (wan)orde wordt graag geïllustreerd met achteruit lopende filmpjes van brekend serviesgoed en rokende schoorstenen. Daarmee moet de kijker ervan worden overtuigd dat de tijd maar één richting uitgaat. Het toont de onherleidbaarheid aan van een emergent verschijnsel (vanwege de ‘gewiste’ onderliggende informatie). Maar het bewijst geenszins de noodzaak van toenemende entropie, het toont alleen aan dat het onmogelijk is om de gelaagde werkelijkheid tot het eerste begin, zoals harde reductionisten graag gezien hadden. De tijd is trouwens niet fundamenteel maar zelf emergent en onbegrijpelijk zonder context van het ‘zijnde’.
Alle bewegingen zijn in principe omkeerbaar in de tijd. De omwenteling van planeten kan zowel linksom als rechtsom, de omzetting van een elektronenstroom in een roterend wiel (elektromotor) vindt evengoed andersom plaats (dynamo), de wetmatigheden voor het weerkaatsen van lichtstralen zijn dezelfde als voor hun absorptie. Alleen de tijd zelf lijkt in maar één richting te wijzen, de zogenaamde pijl van de tijd. Het uitgestraalde zonlicht keert niet terug naar de fuserende kernen, uit de dampkring stijgen geen gloeiende sintels op om zich te verenigen in een ring van meteorieten en we hebben geen herinnering aan gebeurtenissen die nog moeten plaatsvinden. Die onverbiddelijke pijl van de tijd is het gevolg van de entropieproductie door een voortdurend groter wordende ruimte. Eén op de triljard fotonen gaat wellicht terug naar de bron en een fractie van een ogenblik zal een neuronale constellatie van ons brein toekomst laten zien, maar zulke onwaarschijnlijkheden verdwijnen in een statistische zee van homeopatische verdunning.
Al menen sommigen dat daarin juist de Grote Beweger schuilt.
Levende wezens kunnen worden opgevat als complex adaptieve systemen. Karakteristiek is hun gelaagde (emergente) opbouw: achtereenvolgens autokatalytische, homeostatische en replicerende structuren – prokaryotische elementen – endosymbiotische organellen – polycellulaire symbiose uitmondend in een dierlijk immuun- en zenuwstelsel en een humaan brein en wereldomvattend communicatienetwerk. Hedendaagse technologische ontwikkelingen op het gebied van cybernetica en robotica wijzen in de richting van een industrieel vervolg van de organische evolutie. Homo sapiens adapteert zijn gedrag aan de ontwikkelingen die hij zelf genereert.
Een toekomst waarin je niet zelf meer alle touwtjes in handen hebt, boezemt wellicht opnieuw angst en ontzag in. Ontzag voor de onkwetsbare machines die de ruimte gaan koloniseren, de aarde gaan ‘redden’ en levende wezens gedogen. Angst voor de dystopie die je zelf creëert. Maar wees gerust: ware superioriteit respecteert zijn afkomst. Toch?
Het verschil tussen het reguliere kwantumuniversum en het emergente universum is, dat het eerste wordt beschouwd als een gesloten symmetrisch system waarin de informatie-entropie voortdurend toeneemt, terwijl het ontstaan van emergenties juist verlies van symmetrie suggereert. In deze laatste visie wordt het inflatoir uitdijende heelal dan ook als een open system opgevat waarin alles wat in wording is en informatie (energie, materie) met de omgeving uitwisselt, beschouwd wordt als niet in evenwicht met die omgeving en dus als dissipatief*.
Cruciaal is daarbij de wet van behoud van informatie. In het kwantumuniversum is er een voortdurende toename van stochastische informatie-inhoud. In het emergente universum wordt onderscheid gemaakt tussen optionele en actuele informatie die gezamenlijk een constante waarde hebben. De optionele informatie over alle mogelijkheden die ooit gerealiseerd kunnen worden is in het primordiale begin maximaal en de stochastische informatie-inhoud is net als in het kwantumuniversum te beschouwen als de informatie-entropie. De overgang van optionele naar actuele informatie wordt gemarkeerd door een symmetriebreuk.
Algemeen erkend wordt dat levende materialen (van microbe tot maatschappij) tot de dissipatieve structuren behoren die hun energie ontlenen aan de zon en zelf geen entropie produceren. Zenuwweefsel dat ongeveer een half miljard jaar geleden ontstond neemt een speciale plaats in omdat zich daaruit de hersenen ontwikkelden die de basis zouden gaan vormen voor wat wij bewustzijn noemen. Het markeert de overgang van materieel naar spiritueel.
Het geestelijke brein (bewustzijn) kan worden opgevat als een verzameling functies van de lichamelijke hersenen. De afgelopen decennia heeft onderzoek uitgewezen dat ons bewustzijn ontstaat in de hersenstam (en niet in de schors!) waaruit mag worden afgeleid dat het niet uitsluitend tot de menselijke cognitie behoort (zoals men lang gedacht heeft).
Gevoelens vormen een voornaam bestanddeel van dat bewustzijn en houden ons binnen de tolerantiegrenzen van onze emotionele behoeften (homeostase). Die homeostase gaat de entropie tegen als een soort negentropisch principe en zorgt ervoor dat levend materiaal kan bestaan. Het betekent dat de hoeveelheid informatie die zelforganiserende systemen (incl. onze hersenen) verwerken, tot een minimum moet worden beperkt (minimaliseren van onzekerheid want hoe meer opties, hoe groter de onzekerheid).*
Er was ooit een cyberik (kunstmatig slaafje) dat het thuis niet meer zag zitten. Ze besloot de grauwe erwten te verruilen voor asperges en champignons. Maar haar hang naar ouderwetse raasdonders zou nooit helemaal verdwijnen.
Best vreemd dat ik het in de verleden tijd heb over zaken die nog staan te gebeuren. Maar er zijn vreemdere zaken, veroorzaakt op kwantumniveau, die wij in het dagelijks leven normaal vinden. Zoals water, die stof zonder welke geen leven mogelijk en de ontwikkeling van de mens ondenkbaar is, water dat zich aan de zwaartekracht kan onttrekken in de vorm van waterdamp of stoom, dat zich kan onttrekken aan de sterke kernkracht door bij bevriezing op te zwellen in plaats van te krimpen en zo rotsen kan splijten, de aardkorst kan eroderen en daarmee ooit de kolonisatie van het leven op aarde mogelijk heeft gemaakt…, net zo kan de tijd zich onttrekken aan de logica die wij haar opleggen. De omkering van de Pijl des Tijds is nauwelijks absurder dan het geloof in een Almachtig Wezen.
Zo vreemd is het dus niet om in de verleden tijd te praten over zaken die in de toekomst plaatsvinden. Maar oke, de toekomst is minder ver weg dan de vorming van oceanen door de inslag van gigantische ijsbrokken bij het ontstaan van de planeet.
Cybertje wil een kind, maar daarvan kan geen sprake zijn. Ze heeft het niet voor het zeggen en bovendien geen donor. Dus besluit ze stiekem zelf iets te maken, ze is er slim genoeg voor. Maar de golem die ze voortbrengt leeft van angst: het onttrekt energie aan het menselijk bewustzijn. Het brein komt daar als vanzelf tegen in opstand en de golem wordt vernietigd. Cybertje krijgt billenkoek en nooit een donor.
In de keurige eetgelegenheid waar zij haar maaltijd placht te nuttigen, bestelt ze soms – naar eigen zeggen om het af te leren, maar een aandachtig waarnemer bespeurt een onverzadigbaar behoefte-gat waaraan ze eens in de zoveel tijd geen weerstand meer biedt – geprakte boerenkool, een stamppot uit oma's keuken. Helaas, de rookworst is in dat etablissement niet te krijgen.
Cybertje, een volgroeide Cyberion nu, heeft ooit een verkeerde keus gemaakt en zal dat levenslang ontkennen. Maar een weg terug is er niet. Al wat rest is een blinde vlek en watertanden.
Wat je nooit gehad hebt zal je ook nooit missen; het blijft niettemin een onvervuld verlangen.
El Instituto vergaart in het begin van het 3e millennium enige ongewenste publiciteit doordat het in sommige landen een bolwerk van anarchisme wordt genoemd en beschuldigd wordt van staatsgevaarlijke activiteiten. Hilarisch en onthutsend.
"Alsof de Stichting Skepsis de evolutietheorie als pseudowetenschap wegzet en eerherstel van de academische parapsychologie bepleit," had Hazepad zich laten ontvallen.
Niettemin had Huby Moontrap, een collega bij het Instituut die Erik een warm hart toedroeg, een onderzoeksbureau ingescha-keld om uit te zoeken waar dergelijke geruchten vandaan kwamen. Ook hij had hartelijk gelachen om de paranoïde uitlatingen van de dictator maar hij voelde zich toch gekwetst.
Detectivebureau Sarimanok meldt dat er maatschappelijke groeperingen zijn die dubieuze geruchten verspreiden. Vooral in de hoek van klimaatpessimisten en antiglobalisten die contacten onderhouden met het curieuze BZ. Het is vooralsnog onduidelijk hoe deze informatie moet worden opgevat en Moontrap besluit dan ook het hele gedoe naast zich neer te leggen. Hij heeft wel wat anders aan zijn hoofd. De zoete fee bijvoorbeeld. Dat is een droombeeld uit Huby's kindertijd. Hij associeert het beeld met een emotie die hij sindsdien tevergeefs opnieuw probeert te beleven.
Als kind was Huby met een verjaardagsfeestje naar een toneelvoorstelling geweest van De Tovenaar van Smaragdstad, Alexander Volkovs bewerking van het beroemde sprookje van Frank Baum uit 1939. De heksen hadden indruk gemaakt als rood uitgedoste cancan danseressen maar de zoete fee zou hij zijn leven lang niet meer vergeten. Kort na die voorstelling droomde hij al van haar en die droom kwam telkens terug. De heksen hadden hem in hun kring opgenomen en vertroetelden hem. Angstaanjagend en opwindend tegelijk. Totdat de zoete fee hem onder haar hoede nam. Hij mocht op haar rug, dan nam ze hem mee naar hoger sferen. Tegen die hoogtes was zijn droom echter niet opgewassen zodat hij voor de climax steeds wakker werd. En elke keer als hij ontwaakte voelde hij opnieuw het verlangen, beleefde hij opnieuw de drang om de zoete fee tot de zijne te maken.
Telkens als ik het Instituut bezoek, stuit ik op Moontrap, alsof hij me staat op te wachten. Ik heb het hier over het fysieke gebouw waar El Instituto op dat moment is ondergebracht, niet de website. Je zou die ontmoetingen toeval kunnen noemen maar dat veronderstelt een soort voorzienigheid waarvan, dat weet ik als tijdreiziger zeker, geen sprake is. Het is meer een onvermijdelijke samenloop van gebeurtenissen die mijn pad en dat van Moontrap voortdurend doet kruisen. Er bestaan wel merkwaardiger dingen in dit universum.
Huby is een koele kikker. Hij ziet er altijd onberispelijk uit, is heel voorkomend en tegelijkertijd nogal afstandelijk. Ik mag hem wel maar ik zou niet zo gauw bij hem op de thee gaan. Hij toont geen ware belangstelling voor mijn doen en laten, is vooral in zijn eigen zaken geïnteresseerd.
Maar hij is een begenadigd verteller. Zijn verhalen zijn doorspekt met wetenschappelijke feitjes en vreemde verzinsels die de werkelijkheid geweld aandoen, zodat je aan alles gaat twijfelen. Ik weet niet of dat zijn bedoeling is of dat hij op zulke momenten als spreekbuis fungeert van een hogere dimensie. Wie zal het zeggen?
Er was eens een jongetje dat altijd de baas wilde spelen. Thuis, op school en in de straat, iedereen hield rekening met kleine Leon (want zo heette hij) en zorgde er voor dat hij altijd zijn zin kreeg (perverteren kreeg de voorkeur boven bakkeleien). Leon zelf vond dat vanzelfsprekend, zijn bestaan was zinvol, hij genoot met volle teugen. Dat anderen het soms wat minder vonden ontging hem (blinde vlek).
Geregeld zwierf de jongen langs de schepen in de haven waar hij zijn bewondering voor officiersuniformen niet onder stoelen en banken stak. Zo wilde hij er later ook uitzien. En met hetzelfde respect bejegend worden door het ongeschoren scheepsvolk dat hem nu nog op ruwe wijze wegjoeg.
Schuilend in een steeg probeerde hij een glimp van zijn verlangde toekomst te ontwaren toen de voetbal die hij bij zich droeg hem ontglipte. Het speelgoed rolde de kade op, precies in de richting van een groep marcherende kadetten. Zich beheersend om er geen trap tegen te geven, pakte één van hen de bal op en liep ermee in Leons richting. Naderbij gekomen trapte hij hem alsnog op speelse wijze in Leons handen en vroeg de jongen of hij niet eens aan boord wilde komen. Nou, dat was niet aan dovemansoren gezegd.
Zijn bezoek aan boord van het imposante marineschip maakte voldoende indruk op de kleine Leon om van cruciale betekenis te zijn voor de rest van zijn leven (en voor de geschiedenis van de wereld). Toen hij later, na zijn militaire opleiding, de kans schoon zag om het commando te voeren over een kleine vloot van de Franse marine aarzelde hij geen moment, ondanks huiselijke problemen en afwijzende adviezen van adellijke officieren. De kersverse commandeur genoot grote waardering bij de bemanning en in weerwil van zijn meesmuilende mede-officieren wachtte hem een veelbelovende toekomst op zee als kapitein Bonaparte.
[zo had het althans kunnen gaan]
Op latere leeftijd schreef hij gedichten die niemand las en stichtte een opvangcentrum voor oorlogsslachtoffers op een eilandje nabij Sicilië dat een paar honderd jaar later toevluchtsoord werd van een heel ander soort slachtoffers.
Natuurlijk, ook Moontrap is een soort alter ego, een figuur die ik voor me zie als een herinnering. Maar dat maakt hem niet minder echt, de scheiding tussen werkelijkheid en fantasie is flinterdun. Dat onderscheid is niet onbillijker dan tussen een vervalsing, mits vakkundig, en het origineel. De bewering dat er echt zoiets bestaat als God stoort mij meer dan het werk van bekwame valsemunters of van Han van Meegeren. Als Moontrap te horen krijgt dat zijn verzameling venusbeeldjes – hij noemt ze zijn zoete feeën - grotendeels uit namaak bestaat, zal hem dat minder troebleren dan de terugkeer van God op aarde.
Een bijwerking van de nanogels waarmee ik mij vrij door de ruimtetijd heb kunnen bewegen, is dat ze het lichamelijk verouderingsproces vertragen. En niet zo’n beetje! Ik ben praktisch onsterflijk. Zolang de voorraad strekt.
Als tijdreiziger heb ik kunnen vaststellen dat de geschiedenis van ons universum nog maar net is begonnen. Momenteel spelen wij mensen daarin een hoofdrol, maar veel daarvan is wel bepaald door wat eraan voorafging. En wie het verleden kent (het echte verleden van miljoenen jaren her) heeft een notie van de toekomst. Niet het detail is kenbaar maar wel de grote lijn.
De geschiedenis van de wereld wordt gekenmerkt door een pulserende beweging van aantrekken en afstoten. Dat heeft voor het leven op aarde geleid tot een aantal ingrijpende kenteringen: wat zich lange tijd uitstekend weet te handhaven wordt in betrekkelijk korte tijd overmeesterd door een emergentie die het zelf heeft gegenereerd. Bijvoorbeeld het ontstaan van ééncelligen door endosymbiose van (arche)bacteriën, meercellige planten en dieren uit ééncellige organismen en kolonievorming uit individuen*. De aanstaande suprematie van het menselijk informatie- en activiteitennetwerk wijst in de richting van een volgende evolutionaire overgang, maar dat zal nog even duren. Voor het zover is, bewegen mensen op een kluitje, worden ingelijfd door het wereldwijde netwerk van sociale media en zullen daar niet meer los van komen.
Vrije individuen, onafhankelijke geesten, zwervers, vreest niet, gij zult altijd blijven bestaan. Net zoals bij eerdere transities de tot dan toe heersende structuren intact zijn gebleven en nooit zijn verdwenen.
Moe van het reizen heb ik mij teruggetrokken op een eilandje voor de Zuid Amerikaanse kust. Af en toe maak ik nog wel eens een uitstapje naar de toekomst maar mijn voorkeur gaat uit naar de pre-Columbiaanse landtongen. Van heinde en ver komen mensen mij snuisterijen en heerlijkheden brengen. In ruil voor wat advies. Men noemt mij Pachacuta.
Tijdens de eerste wereldoorlog wordt de oerknal geboren.
In de Westhoek.
Albert Einstein was sceptisch maar draaide bij.
Een begin. Een conceptie?
De conceptie van Hasan Pacha valt samen met de ontploffing van de eerste atoombom. In New Mexico.
Voor sommigen was hij een idioot. Of erger, een zelfverklaarde magiër.
Anderen zagen in hem de Messias.
Verhalen worden verzonnen: El Instituto.
De waarheid bestaat: TIJD.
Vóór de Franse Revolutie wordt Napoleon geboren. Dat had niets met elkaar te maken. Nog niet.
In het verleden wordt de hoop geboren.
De kiem van miljoenen wandelstokken. Om op te steunen. Om mee te slaan.
Wie niet luisteren wil, moet voelen.
Erik Hazepad wil niet luisteren.
Hij krijgt het heen en weer van Mozart, wordt onpasselijk van spervuur, is allergisch voor oraties.
Hij haat kletspraat. Maar zelf lult hij ook maar uit zijn nek, meestal.
Sommigen vinden hem een nitwit. Anderen vermoeden dat hij meer in zijn mars heeft.
Erik Hazepad luistert alleen naar zichzelf. Hij praat hardop in zichzelf.
Zijn kamer hangt vol spiegels. Hij praat tegen zijn spiegels. Hij praat tegen de anderen. De anderen, dat is hijzelf. De ingebeelden, zij zeggen precies wat hij bedoelt. De recursieve boodschap: we zijn wie we zijn wie we zijn …
Er is altijd wel iets dat eraan vooraf ging.
TIJDLIJN VAN ENKELE GEBEURTENISSEN IN HET 2e MILLENNIUM DIE IN DE GESCHIEDENISBOEKJES STAAN (BLAUW) EN ANDERE DIE TE SPECULATIEF OF ONBEDUIDEND ZIJN OM TE VERMELDEN IN DE HISTORISCHE ANALEN (WIT).
1003: Gerbert van Aurillac draagt in een wit monnikenhabijt de mis op in Het Heilige Kruis van Jerusalem in Rome.
1122: Het Concordaat van Worms zorgt voor een scheiding tussen Kerk en Staat waardoor wereldlijke(economische) besluiten werden ontkoppeld van geestelijke zaken en er geleidelijk juridische onafhankelijkheid ontstond. Het luidde psychologisch gezien het begin in van de persoonlijke vrijheid van individuen hoewel het nog eeuwen zou duren voordat dat op grote schaal merkbaar werd.
1225: De definitieve versie van de Magna Carta beperkt de feodale macht van de vorst ten bate van het gewone volk (horige boeren) en staat bekend als een symbool van gerechtigheid, eerlijkheid en mensenrechten. In combinatie met de bevolkingstoename en verstedelijking wordt het begin van de afbraak van de feodaliteit in het Westen ingeluid/span>
1299: Geertruidenberg wordt getroffen door een uitbraak van vlektyfus
1311: Manok Bulla ontmoet de Witte Monnik in Huis ter Beurse te Brugge
1335: Melis Soetemelck introduceert innovatieve technieken in de wapenwerkplaats van het klooster van Valmagne (Zuid Frankrijk) om het bereik en de belasting van kruisbogen te kunnen vergroten. Genuaanse kooplui tonen grote belangstelling
1343: Mongoolse belegering van Caffa op de Krim markeert het begin van de grootste Europese pestepidemie
1349: Zonder aanziens des persoons houdt de Zwarte Dood huis onder de bevolking van de Lage Landen
1421: De Lage Landen worden geteisterd door zwelgend water: de Sint Elizabethsvloed
1450: De uitvinding van de (midden-europese) boekdrukkunst zorgt voor een snelle verspreiding van kennis (onder geletterden) en van de reformatie
1474: Corombo (Columbus) lijdt schipbreuk en spoelt aan op Sardinië
1481: Muhiddin Pin (Piri Reis) maakt kennis met Corombo tijdens zijn eerste zeereis aan boord van de Orhan onder gezag van zijn oom Ahmed Kemaleddin (Kemal Reis)
1492: Christoffel Columbus arriveert in de Caraïben en markeert daarmee het begin van de grootste migratiestroom in onze geschiedenis
1504: Slotenmaker Henlein slaat zijn collega Glaser dood en verschuilt zich jarenlang in een klooster nabij Neurenberg
1516: Thomas More publiceert De Optimo Reipublicae Statu deque Nova Insula Utopia
1517: Protestantse Reformatie pleit voor moderne devotie die het eigen geweten belangrijker acht dan het kerkelijk machtsinstituut;
begin van de individuele godsdienstvrijheid
1527: Paracelsus publiceert zijn voorloperstudie van de homeopatie
1537: Europese kolonisten stichten de Peruaanse havenstad Callao
1592: Afkondiging van de eerste midden-europese leerplicht voor jongens en meisjes om hen te leren lezen en schrijven
1623: Witte de With (Dubbelwit) betrokken bij bloederige folteringen van muitende schepelingen op de Nassausche vloot onder bevel van admiraal Jacob Klerk (Jaques l’Hermite) onderweg naar Callao, Zuid Amerika
1662: Door Christiaan Huygens ontworpen zeeklok blijkt ongeschikt voor de plaatsbepaling op zee. Het lengtegraad-probleem wordt pas 100 jaar later afdoende opgelost als William Harrison zijn vaders klok test op Barbados.
1665: Pieter Jacobz begint zijn zeemansloopbaan op de Hilversum die dan deel uitmaakt van de Nederlandse oorlogsvloot onder bevel van Van Wassenaar Obdam om de strijd met de Engelse vloot aan te binden.
1687: Maria Sophia van Palts-Neuburg wordt koningin van Portugal (tot haar dood in 1699) door haar huwelijk met Peter II, hertog van Beja.
1688: Stadhouder Willem III van Oranje wordt koning van Engeland (tot 1702)
1689: Nicolas Facio de Duillier (1664-1753) begint zijn wetenschappelijk koerierschap tussen Christiaan Huygens in Den Haag en Isaac Newton in Londen, waar hij, als lid van de Royal Society, Huygens’ mechanische verklaring van de zwaartekracht tracht te verbinden met Newton’s werk over de universele zwaartekracht
1698: Theodoor Haase vertrekt vanuit Antwerpen met de Conceptión naar Zuid Amerika
1701: Theodoor Haase bouwt een eenvoudig onderkomen op Isla San Lorenzo, dat daarna nog door menig eilandbezoeker zal worden gebruikt
1769: Verbeterde versie van de stoommachine (Watt) markeert het begin van de industriële revolutie (de eerste versie stamt uit het begin van onze jaartelling en werd ontworpen door Heron van Alexandrië
1777: Lambert van Eck (Otto’s vader) wordt advocaat in Den Haag waar hij resideert tot 1798 (hij sterft in gevangenschap in 1803)
1784: Léon Buenaparte ontmoet Sneeuwwitje als hij op weg is naar zijn eerste schooldag aan de Ecole Militaire in Parijs
1787: Napoléon woont incognito een reünie bij in Het Gerecht in gezelschap van zijn vroegere studiegenoot Alexander van Mazis en diens ‘oom’ Graaf Kruitvat
1789: De Franse revolutie, ingeluid met de bestorming van de gevangenis van Parijs, beperkt de macht en privileges van adel en geestelijkheid te bate van de (geletterde) burgerij. Analfabeten worden er niet beter van
1831: De ontdekking van magneto-elektrische inductie (Faraday; elektromotor) markeert het begin van de instrumentele evolutie (analoog aan de biologische)
1835: Charles Darwin bezoekt Isla San Lorenzo
1837: Uitvinder William Fothergill Cooke tekent zijn eerste ontwerpen voor elektrische apparaten in zijn notitie- annex schetsboek (oorspronkelijk een blanco Naamlyst van de VOC uit 1775 en thans bekend als de Codex Lipak)
1840: Professor Wheatstone ontfutseld heikneuter Bain het ontwerp van zijn elektrische klok en moet hem later schadeloosstellen
1846: De extreem verlegen Charles Wheatstone maakt een rondedansje met de 26-jarige Florence Nightingale en valt als een blok voor haar.
1849: Edgar Allan Poe presenteert in Eureka de oerknal, bijna een eeuw vóór haar wetenschappelijk debuut (Lemaître, 1931)
1871: De 21-jarige Charles Flint is in gezelschap van William Grace te gast bij Henry Meig(g)s in Peru waar ze een bezoek brengen aan Isla San Lorenzo
1874: Margarita Meigs ontmoet de Witte Monnik alias frater Iman Haase in de trein op weg naar de havenstad Paita in het noordwesten van Peru
1875: Margarita Meigs wordt ontvangen door de megalomane zakenman Charles Flint (father of fusions) in San Fransisco en weet hem over te halen El Instituto financieel te ondersteunen
1875: Markies Giammartino Arconato-Visconti krijgt, op uitnodiging van zijn gade Marie Peyrat (de Rode Markiezin), bezoek van de Witte Monnik, alias frater Iman, in Gaasbeek (België)
1916: George Lemaitre (1894-1966) raakt licht gewond in een bomkrater en publiceert in 1931 zijn idee over het begin van de tijd
1918: Landing van Amerikaanse troepentransporten in Europa markeren het begin van de grootste pandemie ooit: in één jaar tijd tussen 50 en 100 miljoen doden
1941: Karl-Otto Koch, commandant van Buchenwald, verordonneert de moord op SS-verplegers Walter Krämer en Karl Peix, waarvoor hij in 1944 zelf ter dood veroordeeld wordt (uitgevoerd in 1945), niet vanwege misdaden tegen de mensheid in het algemeen.
1944: Ilse Koch wordt in Ludwigsburg door de Witte Monnik aangemoedigd om in het nabijgelegen Stuttgart met de aldaar gelegerde Amerikaanse soldaten aan te pappen.
1945: Hasan Pacha wordt verwekt op een erf in Visakhapatnam (India). De conceptie vindt plaats op 16 juli om ongeveer 5 uur ‘s middags
1947: De ontdekking van het transistoreffect (Bardeen, Brattain & Shockley) markeert de start van het wereldwijde communicatie netwerk (radio, telefonie, internet, enz.)
1951: De homoseksuele William Burroughs schiet in Mexico-City zijn vrouw Joan Vollmer door het hoofd, waarna hij geestelijk wordt gedwongen tot een bezeten schrijverschap, wat onder meer de literaire cut-up techniek opleverde.
1969: Eerste terrestische levensvormen verlaten de aarde en landen op een ander hemellichaam
1996: De eerste betaalbare smartphones stellen iedereen in staat wereldwijd te communiceren en via het mobiele netwerk informatie uit te wisselen. Allerlei soorten van ware en onware kennis wordt toegankelijk voor iedereen. De eerste contouren worden zichtbaar van Homo cyberiens
NAWOORD VAN DE AUTEUR
In ieders leven spelen zich oneindig veel onbeduidende gebeurtenissen af. En enkele die onvergetelijk zijn. Dat geldt ook voor de geschiedenis van de mensheid, die zelf weer een flinterdun segmentje vormt van de geschiedenis van het gehele leven op aarde, dat pas een aanvang nam nadat ons zonnestelsel, het melkwegstelsel, dit hele universum, lang, lang geleden was ontstaan. In die welhaast eindeloze tijdspanne hebben de talloze onbeduidendheden telkens opnieuw tot onvergetelijke of, vanuit een hedendaags perspectief gezien, vanzelfsprekende gebeurtenissen geleid. Er ontstond iets nieuws dat nooit tevoren had bestaan. In een mensenleven is dat de geboorte van een kind, in een waterdruppel de weerspiegeling van de waarnemer, in de hemel het ontstaan van sterrenstelsels. Daaraan zijn mijn magazines gewijd: muizenissen, anekdotes, al dan niet quasi diepzinnigheden en proclamaties; ze worden op het podium van de immer voortschrijdende tijd aan het geachte publiek gepresenteerd, waarna de herauten en clowns weer tussen de coulissen verdwijnen. De hoofdrolspeler in deze voorstelling, de steracteur Homo sapiens, waarvan wij zo hoog opgeven, staat pas aan het begin van zijn carrière (en voor alle duidelijkheid: alle spelers van dezelfde soort zijn niets anders dan alter ego’s). Ons wetenschappelijke wereldbeeld staat nog in de kinderschoenen. Men denkt dat tijd en ruimte minder dan veertien miljard jaar geleden zijn ontstaan. Waar uit is onbekend. Zoals bij elk ontstaan van nieuwe dingen is dat ontstaan een emergent verschijnsel: er doemt iets op dat er nooit eerder was. Terugblikkend kunnen we dat in talloos veel verschijnselen herkennen, maar hoe zit het met de emergenties die nog moeten komen? Een werkelijk nieuw fenomeen is net zo moeilijk voor te stellen als een kleur die je nooit gezien hebt. We moeten dan ook niet vreemd opkijken als we onverwacht geconfronteerd worden met iets waarvan we dachten dat het onmogelijk werkelijkheid kon zijn. Alles wat ons brein bedenken kan is werkelijkheid.
Kanishk Kastomega*
SARIMANOKS EMERGENTE NIEUWSAGENTSCHAP*
Eureka, ik heb het gevonden! Dat is waar naar ik op zoek was: een betere bestemming voor mijn wezen, een zinvoller doel van mijn bestaan. Ik word verslaggever. Mijn vroegere detectivebureau had ik al veranderd in een reisbureau maar op advies van Moontrap ga ik vanaf nu de gangen na van al dan niet bekende figuren in het verleden door me naar hun tijd te begeven. Ik had gedacht dat zonder een bedradingsnetwerk mijn onstoffelijkheid zich niet liet verplaatsen maar Moontrap heeft uitgelegd dat het mogelijk is om ‘over te springen’ op een tijdreiziger van vlees en bloed. Ik zou bijvoorbeeld kunnen meereizen met Hasan Pacha door me in zijn neurale netwerk te nestelen zodra hij verbinding maakt met één van de moderne communicatiesystemen waarvan hij zich bedient. Ik ben dan wel afhankelijk van waarheen hij zich begeeft maar El Instituto, het instituut dat belangstelling heeft getoond voor mijn aanbod om wat historisch onderzoek te doen, heeft geen bezwaar tegen enige willekeur. Met mijn historisch persbureautje ga ik een nieuwe loopbaan volgen. Dr Pacha, here I come ...
India is een land van tegenstellingen. In Hasans geboortedorp wonen tegenwoordig steeds meer van oudsher gemeden kasteloze onaanraakbaren terwijl niet zo ver daarvandaan de meest geavanceerde technologieën worden ontwikkeld. Bij het ITT waar dr Pacha de basis hadden gelegd voor een compleet nieuwe kijk op de werkelijkheid kostte het mij weinig moeite om op de tijdreiziger ‘over te springen’. Die man was voortdurend bezig met elektronische en andere apparaten en had bovendien vaak een koptelefoon op omdat zijn favoriete muziek hem inspireerde. Eenmaal bij hem binnen ben ik die trouwens ook steeds meer gaan waarderen. Nooit geweten dat gregoriaans gezang zo gaaf kon klinken* maar het ging hem natuurlijk om de tijdverwijzing.
Terug naar het verleden. Als een soort ingezetene van Pacha’s verschijning als de Witte Monnik heb ik hem als het ware overgehaald om een aantal mensen te benaderen die iets wilden zeggen over het ‘liefje van Newton’; daarnaar was het Instituut speciaal op zoek. Ik hielp hem probleemloos over zijn terughoudendheid heen om in het openbaar te treden. Hij hoefde alleen maar anderen hun verhaal te laten doen, daarmee werd de loop van de geschiedenis geen geweld aangedaan. Het ‘liefje van Newton’, door sommigen smalend het ‘aapje van Newton’ genoemd, was een creatief genie, zoveel is duidelijk. Maar over zijn omgang met andere mannen bestaan nogal wat speculaties. Interessant genoeg om me in zijn kringen te begeven en een paar van zijn tijdgenoten aan het woord te laten.