L & B: BOM             BRAZILIAANSE PLOFTOR

 

Insectenkenners hebben in Zuid Amerika een kevertje ontdekt dat dezelfde kenmerken vertoont als sommige statenvormende mieren en termieten. De suggestie dat er ook kolonievormende kevers bestaan, is in kringen van evolutiebiologen ingeslagen als een bom.

 

In het stroomgebied van de Amazone wemelt het van de onontdekte insecten, zodat heel wat entomologische expedities naar dit gebied worden ondernomen. Onderzoekers van de Universiteit van São Paulo hebben langs de oevers van de Tapajos rivier tientallen nieuwe soorten verzameld en beschreven. Een nieuwe keversoort, met de naam Necrophorus pipocaris, trekt in het bijzonder de aandacht. Niet vanwege een spectaculair uiterlijk maar omdat sommige exemplaren, anders dan bij de bombardeerkevers (Brachinini), aanzienlijk groter zijn dan hun soortgenoten. Bovendien blijken deze reuzen in groei toe te nemen, totdat de harde buitenkant – het exoskelet – openscheurt en de dieren met een knalletje een natuurlijke dood sterven.

   Leider van het onderzoeksteam, de ecoloog Javier Juncker, moest onmiddellijk denken aan de statenvormende mieren- en termietensoorten, waarvan sommige leden zichzelf kunnen opblazen. Hoewel zijn hypothese door veldonderzoek (nog) niet is bevestigd, wijst Juncker op een aantal opmerkelijke overeenkomsten met sociaallevende insecten. Het Entomologisch Instituut van São Pao heeft vastgesteld dat de knalkevers geïnfecteerd zijn met een bacterie die veel voorkomt bij vliesvleugeligen (o.a. mieren en bijen). Daardoor vormen de grote exemplaren aan de binnenzijde van hun exoskelet hoge concentraties van een eiwit dat afwezig is in de kleinere dieren. Als het skelet openscheurt, komt het eiwit vrij en in contact met speeksel van bijvoorbeeld vogels ontstaat een bijtende kleefachtige stof. Dit bacteriële ontploffingsmechanisme (bom) lijkt sterk op het verdedigingsmechanisme van Neocapritermes taracua, een Zuid-Amerikaanse termietensoort.

   Tot nu toe heeft men geen genetische homogeniteit kunnen vaststellen zoals in de kolonies van sociale insecten. Daarom houdt men ook andere hypotheses achter de hand. Het consumeren van de ploftorren zou wellicht een schrikreactie teweegbrengen bij natuurlijke vijanden. N. pipocaris valt echter niet op door alarmerende kleuren, zoals bij dit type mimicry gebruikelijk is. De larven leven in kadavers en de volwassen dieren zien er onopvallend uit, afgezien van hun sporadische reuzengroei.

   En dan is er nog het mysterie van de sekse. De sambaknallers die men tot nu toe verzameld heeft, zijn steeds van het mannelijk geslacht. Wellicht heeft reuzengroei iets te maken met mannelijk imponeergedrag. Het team van Dr. Juncker heeft voorlopig genoeg vragen waarop men het antwoord nog schuldig is.